BOEK | Je weet maar nooit

Gerard Leerkes

16,06 Incl. BTW

Bertus Leerkes was in 1994 het oudste lid van de Tweede Kamer, de nestor met een levensverhaal, dit verhaal.

Op voorraad

Artikelnummer: 2020020 Categorie: Tags: , , ,

Beschrijving

Bertus Leerkes was in 1994 het oudste lid van de Tweede Kamer, de nestor met een levensverhaal, dit verhaal.
Maak kennis met zijn jeugd in Vaassen begin 20e eeuw, volg hem als 16-jarige leerling verpleger naar de St. Joseph stichting in Apeldoorn, lees over de deportatie van zijn Joodse vriendin uit Het Apeldoornsche Bosch, reis mee als onderduiker naar Huize Padua in Boekel, neem een kijkje op de operatiekamer in Enschede en ervaar zijn passie voor de ambulancezorg. Stap in zijn Opel Astra als hij op 72-jarige leeftijd naar paleis Noordeinde gaat. Wanneer hij daarna in de Tweede Kamer bij de Algemene Beschouwingen zegt: “Ik heb tijdens de troonrede nog nooit horen zeggen, ‘beste mensen neem het er maar eens van, we gaan een goede tijd tegemoet,'” is de toon gezet.

Meer over Gerard Leerkes

Gerard was 20 jaar als ambulanceverpleegkundige werkzaam. In de beslotenheid van de ambulance gebeurde het regelmatig dat een ernstig zieke patiënt zijn of haar levensverhaal aan hem toevertrouwde. Vaak indrukwekkende verhalen die niet verloren zouden mogen gaan. Nadat hij het Joodse gezegde las: ‘Wie niet langer voortleeft in de herinnering van mensen, die bestaat niet meer,’ raakte hij geïnspireerd om levensverhalen vast te leggen.

Bertus Leerkes op de Paltz

Vanaf het voorjaar 2022 organiseren we de Bertus Leerkes dagen. De eerste is op 16 april. Ouderen worden voor een dagprogramma opgehaald met een stille ‘Paltz Bertus Leerkes Bus’ en kunnen zo genieten van een rondleiding of ochtendvoorstelling, een lunch en middagconcert of-voorstelling, uitgevoerd door de jonge kunstenaars die op het Arts Center zo’n belangrijke rol spelen.

Tot slot een prachtig gedicht van Willem Wilmink dat hij maakte voor Bertus.

Voor Bertus Leerkes | Willem Wilmink

Wij werden in een magere tijd, een tijd van zuinigheid geboren.
Maar met veel ijver en beleid wisten wij bronnen aan te boren
van welvaart en van zekerheid. Nu gaat dat alles weer verloren.
Wij bijten straks weer op een houtje.
We kwamen echt in goeden doen, we konden zelfs wat potverteren.
Nu zullen we met goed fatsoen nog met z’n beidjes moeten leren
om net als in de tijd van toen de dubbeltjes weer om te keren.
Ja, neem nog maar een laatste zoutje.
Dat het met de verzorgingsstaat niet zo veel langer meer kan duren,
daar wordt al veel over gepraat door wie ons in Den Haag besturen.
En wie niet meer uit werken gaat die zal dat nog het meest bezuren.
Ons optimisme was een foutje.
We hebben ze voorgoed gehad, die wondermooie vette jaren.
Soms zou ik willen, lieve schat, dat wij twee oude vogels waren.
Dan kwam er wel een grote kat om onze klus voorgoed te klaren.
Een levenseind als lekker boutje, 
oudje.